Huize Moerenburg wordt afgebroken
Na zijn overlijden - Philippe Claude de Saint Amant (1646-1717) - ging het complex over aan zijn kinderen Albertina Maurice, Philip Charles en Charles Mathurin de Saint Amant. Leden van de geslachten Graham en De Saint Amant hebben het uitgebouwd tot een fraai en statig landgoed. Uiteindelijk kwam Moerenburg in 1739 in handen van de kinderen van luitenant-kolonel Charles Mathurin de Saint Amant. Zij hebben echter geen moeite gedaan het landgoed voor de familie te behouden en hebben het in 1750 laten slopen.
Al het bruikbare bouwmateriaal dat bij de sloop van de gebouwen vrijkwam werd verkocht; 'de materiale van de Heeren huijsinge genaemt Moerenborg (...) bestaende in Steenen, houtwerk, pannen, leijen, loot, ijserwerk, cosijnen, deure, vensters, glasen'. Dat men daarbij grondig te werk ging blijkt wel uit het feit dat er vrijwel geen funderingen uit deze periode meer zijn aangetroffen. Alle bakstenen werden uitgebroken en wat achterbleef waren enkele uitbraaksleuven met puin. Met de rest van het bouwpuin werd de gracht gedempt. Deze puinlagen bestonden onder meer uit bakstenen, plavuizen, wandtegels, pleister, mortel, dakpannen, daklood en loodstrips van glas-in-loodramen.
Hiermee was een eind gekomen aan het eens zo fraaie landgoed Moerenburg. Vijf eeuwen lang hadden de pastorie en het landgoed het gezicht van de herdgang Loven bepaald. Was het bij de aankoop door de abdij van Tongerlo niet meer dan een eenvoudige hoeve, in de eerste helft van de 18e eeuw moet het een lust voor het oog zijn geweest. In die vijf eeuwen hebben zich op Moerenburg gebeurtenissen van zeer uiteenlopende aard afgespeeld. Met de afbraak in 1750 ging voor Tilburg een voor de historie belangrijk gebouw verloren. Nu zijn het nog slechts de archiefbronnen, de twee schild dragende leeuwen, het schilderij en de onlangs opgegraven fundamenten de bewijzen dat er ooit een huize Moerenburg in Tilburg is geweest.
|